Twee opiniestukjes van Johan Nijzink



Bomenslacht op de Nijverdalse berg


Als je bij de Flevohof werkt, houd je van tulpen. Logisch, toch? Staatsbosbeheer denkt daar heel anders over. Dit bedrijf neemt bij voorkeur lieden aan die een enorme hekel aan bomen hebben. Een bomenhaat die gepaard gaat met een obsessieve heidedrang. Overal in het land maken bossen plaats voor onmetelijke heidevelden.
Ook Nijverdal ontkomt niet aan deze bomenslacht. Het bos achter hotel Dalzicht wordt gesloopt, onder het luchtige motto: de heide komt naar u toe dit jaar. Des te meer ruimte voor de grootste vriend van de Nijverdallers: de korhoender. Tienduizenden dennen, beuken en eiken moeten opnieuw het veld ruimen voor deze nietsontziende bomenvreter – die men als wandelaar helaas maar zo zelden te zien krijgt.
Jammer toch dat die beesten hier niet kunnen aarden. Hoeveel bossen we ook omhakken, het mag niet baten. De korhoender zal hier nooit kunnen overleven. De havik, de valk en andere roofvogels zijn geen van allen wars van een lekker korhoenderhapje. Niet te vergeten de bunzing die de nesten leegroofd. En deze dieren zijn beschermd. Alles is beschermd in de gemeente hellendoorn. Behalve de vos en de kraai die ten behoeve van de korhoender in groten getale wordt afgeschoten. En de boswandelaar, wel de meest onbeschermde soort in onze CDA gemeente, waar het rentmeesterschap over de natuur voor velerlei uitleg vatbaar blijkt. Vraag een kind wat hij leuker vindt: een bos om in te spelen, paddestoelen plukken, kastanjes en beukennoten zoeken. Of de heide waar zijn bewegingsruimte beperkt is tot de paden.
En wat sneu nou voor diegenen die zich zo hebben ingezet destijds voor het Tunnelplan. Het bos dat zij dachten te redden sneuvelt alsnog onder het toeziend oog van wethouder Paalman, terzijde gestaan door een handvol ornithomanen en de heidezangers van Staatsbosafbraak. De Nijverdallers rest straks nog een plukje groen tussen het Ravijn en het Avonturenpark. We zullen een flink eind moeten fietsen, willen we verder nog iets tegenkomen wat op een bos lijkt. De overige bossen zijn immers als beschermd natuurgebied niet langer toegankelijk voor de burger.
Gezien haar grote voorliefde hoop ik dat wethouder Paalman na haar dood terugkomt als Een blond schaap. Kan ze mooi te grazen worden gezet op die grote stille Nijverdalse heide.

Ramphoppers


Op gezette tijden worden wij in onze welverdiende rust gestoord door een rammelende collectebus of getormenteerd door op de publieke zender met bont vermaak gegarneerde smeekshows. Nu heb ik niets tegen filantropie, laat dat gezegd zijn. Ik maak er zelf al te graag gebruik van. Maar met naastenliefde heeft de Nederlandse leedvermaaksindustrie bitter weinig te maken. Je zou ze nog geen stuiver geven. Ik vertrouw ze voor zover ik ze zie. En dan moet u weten dat ik blind ben. Die parade van belangenloze artiesten die over het scherm trekt, net een circus dat in de stad neerstrijkt.
Een enkele maal kun je de verlokking niet weerstaan. Je koopt een kaartje. Eén euro is bestemd voor de grote Poddori, roept de opperstalmeester, een trapezewerker die uit de nok is gestort en met een dwarslaesie het bed moet houden. Deze vader van twaalf bloedjes zal, gekluisterd aan zijn salonwagen, zich voortaan moeten bedruipen met een schamele bijdrage uit het artiestenfonds.
Een mooi gebaar, die euro, denk je dan. Maar je gaat toch voor dat circus. En dat is het punt: je zou ze best willen helpen, die Haïtianen en die Filipino’s. Maar je betaalt voor dat circus. Je mag blij zijn als tien procent van de opbrengst van uw gulle gaven het doel bereikt. Want wat het liefdadigheidssyndicaat als haar hoofdtaak ziet, is vooral de instandhouding van zichzelf. It’s big business, folks. We kunnen niet meer toe met het Leger des Heils, het Rode Kruis of Humanitas, die hun nut bewezen hebben en zich telkens weer voorbeeldig van hun taak kwijten. Hordes elkaar hevig beconcurrerende bedrijfjes schieten jaarlijks als paddenstoelen uit de grond, , ijverig krioelende mierennesten, met een geoliede pr, en een generale staf die niet zelden voor een marktconform salaris terugdeinst van een tonnetje of wat. Dat geld dient opgehoest. En wel door u, met name. De min of meer vrijwillige collectant lijkt steeds meer te worden vervangen door uiterst inhalige, professionele incassobureautjes, die als ware struikrovers op de meest onverwachte momenten hun telefonische overvallen plegen. Meestal vlak voor het eten, als je het minst op je hoede bent. Het mag dan ook geenszins verbazen dat de bedelrevues met de regelmaat van de klok op touw worden gezet. Als ware ramphoppers trekken enorme hulpkaravanen voort van het ene naar het andere noodgebied, met in hun kielzog het janhagel van de pers die met iedere ramp al evenzeer hun broodwinning bestendigd zien. Nog snel enkele kiekjes schieten. En weg zijn ze al weer, naar de volgende calamiteit. Onder medeneming van de miljoenen die ze uit de zakken van het kijkvee hebben losgeklopt. Je moet die arme drommels die op de puinhopen zijn achtergebleven voor de gein eens vragen hoeveel ze van uw centen gezien hebben. Een fortuin waarvan ze vast elk een zorgeloze levensavond tegemoet hadden kunnen zien, was dit geld doelmatig, dat wil zeggen, aan hen, besteed
Alles verwordt tot amusement, schreef de Amerikaanse communicatiewetenschapper Neil Postman reeds in de jaren tachtig. Ook orkanen en tsunami’s. Inmiddels zijn de scouts al weer vooruitgesneld om de volgende catastrofe te spotten. Het circus zet wederom haar tenten op. De zoveelste aflaat, ter leniging van het westerse schuldcomplex waarmee het hulpverlenersgajus ons heeft opgezadeld. En schiet een beetje op. Er hangen banen van af.
Nu moet u niet denken dat ik me geheel onbetuigd laat. Aan de deur geef ik meestal wel een euro voor een goeie aardbeving. Als ze heel hard huilen, krijgen ze er twee. En als de collectant met me naar bed wil, heb ik er wel twintig voor over. Mits ze niet de oud en te lelijk is. Bij negentig ligt absoluut de grens.
Gisteren had ik er nog een aan de deur. Een collectant. Kwam voor de slachtoffers van de tyfoon op de Maladiven. 'Als we hier een windhoos hebben, komen die Maladivo’s hier dan ook dakpannen rapen?' zeg ik. 'Bij voorkeur niet,' schrikt hij: 'Die buitenlanders pikken alle baantjes in.'
Ik heb hem ingerekend. Citizen’s arrest. Had zijn vergunning niet bij zich. Zijn collectebus heb ik ingenomen. Ik kan best een extraatje voor de kerst gebruiken.


© 2014

***
terug naar de inhoudsopgave
terug naar de beginpagina van Pointe
terug naar de beginpagina van de website