Korte vertellingen van Werner Vanneste
Op donderdag 26 oktober 2006 rijden vader, moeder en dochter Greet naar Kasterlee om dikke mosselen met dikke friten te gaan eten in Keeses Molen. In een van de eerste bochten in de baan naar Kasterlee komt er een wagen met grote snelheid ons inhalen, waardoor moeder een gil en een klein rukje aan het stuur geeft teneinde die gek te ontwijken. Ongeveer 200 meter verder ligt die roekeloze rijder ondersteboven en achterstevoor in de greppel. Moeder stopt 50 meter verder, net voorbij een inrit van een bedrijf.
Moe en Greet zien een jonge gast met donkere huid, een heel fijn snorretje en heel klein sikje, uit het raam van de gekantelde wagen kruipen. Die gast lijkt zich uit de voeten te willen maken. Greet denkt dat die gast helemaal de kluts kwijt is en ze stapt uit en roept hem toe om te kalmeren: ge moet niet panikeren, blijf maar hier! Die gast roept iets van: neen neen!, en loopt de inrit van dat bedrijf op. Daar was een gesloten poort waar hij binnen de kortste kere overheen geklommen was en verdween. Hij had waarschijnlijk ook gezien dat er van alle kanten mensen kwamen aangelopen. Wie weet, had hij anders onze auto opgeëist. Omdat er zoveel mensen aanwezig waren om eventueel te getuigen en omdat we onze dikke mosselen niet wilden mislopen, besloten wij door te rijden naar Kasterlee.
Toen we een paar uur later terug op de plaats van het ongeval kwamen, stond de politie daar nog steeds en we besloten toch maar te stoppen om eventueel te getuigen. Toen bleek dat het een van de drie overvallers was die in de Aldi in Retie een overval hadden geprobeerd. Intussen zijn ze alle drie ingerekend.
Later hoorden we dat een van de overvallers ook de auto van een van de verkoopsters had opgeëist, waarmee hij eveneens bij Oudturnhout in de gracht was beland! Het lijkt wel iets voor een kluchtfilm.
Dochter Mieke, die in Engeland woont, gaat boodschappen doen. Aangekomen bij het warenhuis ziet ze een jonge gast die met geweld staat te schoppen tegen het slot waarmee een fiets is vastgemaakt aan een soort balustrade. Mieke denkt dat hij zijn sleutel is verloren of zoiets. Hij zegt vriendelijk goeie dag. Mieke gaat voorbij en net toen ze de winkel wil binnenstappen, ziet ze die gast op de fiets springen en wegrijden. Waarom ze nu plots overtuigd is dat hij die fiets steelt, weet ik niet. Ze rent er achteraan en roept: Houdt hem tegen. Hij steelt die fiets!
Toevallig verschijnen een paar burgerwachten die de jongen kunnen grijpen. Het blijkt de fiets te zijn van een bakkersknechtje dat in het warenhuis werkt, waarvan al tweemaal daar een fiets werd gestolen.
Ik raad Mieke aan toch maar voorzichtig te zijn bij dergelijke voorvallen.
Maarten en zijn vrouw Kristin huren een buitenverblijf in Lile. Daar wordt ingebroken. Heel veel waardevols wordt gestolen, waaronder de grote gocart van Jelle, die ze daar in bruikleen in de garage hebben staan; ook een fiets, een antieke gietijzeren kolenbak, de microgolf, een dekbed en vele eetwaren.
Johan en zijn vrouw Viviane zijn met hun gezin bij onze dochter Liesbet in Portugal in verlof geweest en zijn met de wagen onderweg naar het vliegveld van Porto om huiswaarts te keren.
Johan heeft een paar keer veel sneller gereden dan toegestaan. Ineens staat daar een politiewagen midden op de snelweg en een agent die er naast staat beveelt hem aan de kant te gaan staan.
Johan denkt ik heb het spek aan mijn been, maar merkt dat een paar achteropkomende wagens ook aan de kant moeten. Plots trekt de agent een wapen en schiet in de richting vanwaar Johan is gekomen. Dan zien ze een wagen komen aanstormen met een razende vaart, achtervolgd door een politiewagen. Tussen de stilstaande politiewagen en die van Johan is er amper plaats om een auto door te laten, maar toch vliegt die auto daar in vliegende vaart tussendoor. Ze zien in de achterruit van die wagen een gat, waarschijnlijk van een kogel. De politieman springt in de stilstaande wagen en die zetten eveneens de achtervolging in.
Johan rijdt er ook achteraan, maar dan véél langzamer...
Hij herinnert zich nu nog politiewagens te hebben gezien bij enkele uitritten langs de snelweg.
En ze leefden nog lang en gelukkig
Mieke en Liesbet hadden afgesproken dat ze ons een verrassing gingen bezorgen door Liesbet uit Portugal te laten overkomen en onverwacht te laten verschijnen voor het Sintmaartensvuur, hier in Retie. Liesbet kon namelijk meekomen met een Nederlander die voor zaken naar Nederland moest.
Net voor de Spaanse grens rijden ze van de snelweg af om nog goedkoop te tanken en koffie te drinken. Ze horen een vreemd geluid en stoppen op de afrit. Het linker achterwiel hangt nog met twee bouten vast, maar die staan ook helemaal los.
Die hebben dus veel geluk gehad.
In de voormiddag verdwijnt Kas de hond. Rita en Betty de poetsvrouw gaan met de auto en op de fiets langdurig zoeken. Ik verwittig politie, rijkswacht en dierenbescherming. Nog verschillende mensen worden geallarmeerd en helpen mee uitkijken en zoeken.
Woensdag 15 November is hij nog niet gevonden. Hij is wel gesignaleerd, o.a. om middernacht op de drukke Turnhoutse baan. In de vooravond besluit ik met Liesbet mee te rijden. We stoppen regelmatig en stappen uit om te fluiten en te roepen. Ik fluit tot ik geen speeksel meer heb en tegen zeven uur komen we weer thuis, zonder hond. Na het avondeten stapt Liesbet weer in de auto en gaat opnieuw in haar eentje op zoek. Omdat ze nog wat materiaal voor haar paarden wil kopen, gaat ze intussen langs bij kennissen van haar in Oudturnhout. Als ze rond half elf langs binnenwegen terug naar huis rijdt, ziet ze Kas plots midden op de weg staan snuffelen. Met veel moeite kan ze hem in de auto lokken.
Nog dagenlang hebben we zijn poten moeten verzorgen waaraan hij kleine wondjes had opgelopen, waarschijnlijk door het eindeloos voortrennen.
En zo heeft elk lid van ons gezin wel iets merkwaardigs meegemaakt. En dit alles in een tijdspanne van een paar maanden.
***
terug naar de inhoudsopgave
terug naar de beginpagina van Pointe
terug naar de beginpagina van de website